Uiteenzetting financiële positie

Het BBV bepaalt dat in de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting ten minste aandacht wordt besteed aan:

  1. De jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume;
  2. De financiering;
  3. De stand en het gespecificeerde verloop van de reserves;
  4. De stand en het gespecificeerde verloop van de voorzieningen;
  5. Het Europese Monetaire Unie-saldo (EMU-saldo);
  6. Een geprognosticeerde balans;
  7. De investeringen: onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen (in de openbare ruimte) met een maatschappelijk nut.