Grondslagen begroting en meerjarenraming

De begroting 2024 inclusief de meerjarenraming 2025-2027 is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het BBV hiervoor aan de gemeente stelt. Dit houdt onder andere in dat:

1. Voor de begroting en de meerjarenraming een stelsel van baten en lasten wordt gehanteerd;

2. De baten en lasten worden geraamd tot hun bruto bedrag;

3. De begroting en de meerjarenraming, volgens normen die voor gemeenten als aanvaardbaar worden beschouwd, een zodanig inzicht geeft dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie en over de baten en lasten.

4. De begroting en de meerjarenraming duidelijk en stelselmatig de omvang van alle geraamde baten en lasten, alsmede het saldo ervan, weergeven.

In dit hoofdstuk worden de grondslagen waarop de begroting is gebaseerd nader toegelicht, wordt een toelichting gegeven op totale lasten en baten en daarbij in hoeverre deze incidenteel of structureel van aard zijn en tot slot een verschillenanalyse op hoofdlijnen gegeven van de verschillen tussen de cijfers van 2024 en de begroting 2023 na wijziging (tot en met augustus 2023).

De grondslagen voor de begroting
In de perspectiefnota 2024-2027 zijn de volgende uitgangspunten door de raad vastgesteld:
1. CAO-loonstijging: CAO aanhouden, vooralsnog wordt gerekend met een stijging van de loonkosten van 8,5%;
2. Prijsstijging: 3,0% conform raming CPB;
3. Ten aanzien van gesubsidieerde instellingen een stijging van 5,75 % aanhouden;
4. Voor de tarieven voor onroerende en roerende zaakbelasting, precariobelasting, leges (voor zover niet aan een maximum gebonden), begrafenisrechten en marktgelden geldt het gemiddeld indexcijfer 5,75%.
5. Voor de tarieven voor leges (dienstverlening) ten aanzien van:
- drank en horeca worden in 2024 alleen trendmatig verhoogd net als alle andere tarieven.
- evenementenvergunning: het tarief structureel bepalen op 15% (= € 532) van de kostprijs bij evenementen met een commercieel karakter;
-evenementenvergunning met een maatschappelijk karakter: geen kosten in rekening brengen.
6. Tarieven rioolbelasting, afvalstoffenheffing: tariefsontwikkeling op basis van kostendekkendheid;
7. Tarieven voor parkeren: voor 2024 uitgaan van tariefstijgingen van 15% (in de Perspectiefnota 2024 werd nog uitgegaan van 10%)
8. Tarieven Veerdienst en Lingehaven: de tarieven jaarlijks te verhogen met het prijsindexcijfer voor gezinsconsumptie van het CPB;
9. Ten aanzien van het tarief naheffingsaanslag parkeerbelasting het wettelijk maximumtarief aanhouden;
10. Huren woningen: uitgaan van de mogelijkheden en richtlijnen uit de circulaire Huurprijsbeleid 1 januari 2023 t/m 30 juni 2024 van het min. BZK;
11. Huren niet-woningen: de bepalingen terzake uit de gesloten huurovereenkomsten volgen (wat in de regel
neerkomt op een tariefsontwikkeling op basis van de CPI-index alle huishoudens);
12. De rekenrente is bepaald op 1,3%;
13. De rente voor de grondexploitatie is bepaald op 1,04%;
14. De targetrente wordt niet gebruikt;
15. Raming aantal inwoners per 1 januari 2024: 38.611;
16. Raming aantal woonruimten per 1 januari 2024: 17.862;
17. Indexatie van nog niet gestarte investeringen 3%;
18. Meerjarenonderhoudsplannen wordt niet geïndexeerd.

Aanpassingen ten opzichte van de Perspectiefnota

- Parkeertarieven zijn met 15% verhoogd in plaats van 10%. De tarieven waren een aantal jaren niet verhoogd. 15% verhoging zorgt ervoor dat de tarieven beter in lijn liggen met die in de regio. Dit betekent voor het parkeren in de parkeergarages een verhoging van € 0,06 per uur.

- In de legesverordening zijn de tarieven voor huwelijken en de exploitatie vergunning aangepast voor een betere kostendekking.

- De toeristenbelasting zal worden worden ingevoerd per 1 juni 2024.

- Er wordt in de begroting rekening gehouden met een CAO stijging van 5% in plaats van de 3% die in de Perspectiefnota 2024 is opgenomen