EMU-saldo
In onderstaande tabel is het EMU-saldo meerjarig berekend.
Berekening EMU- saldo (bedragen x € 1.000) | 2024, volgens realisatie tot en met sept. 2023, aangevuld met raming resterende periode | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | 4.710 | 6.121 | 2.489 | 499 | 537 |
2 | Mutatie (im)materiële vaste activa | 18.741 | 44.144 | 26.965 | 20.497 | 886 |
3 | Mutatie voorzieningen | -2.211 | 919 | 798 | 206 | 1.204 |
4 | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | 7.589 | 3.875 | 3.951 | -6.079 | -2.255 |
5 | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo | -23.830 | -40.979 | -27.630 | -13.714 | 3.109 |
(Totstandkoming berekening: 1 - 2 + 3 - 4 - 5 = EMU saldo)
Toelichting op het EMU-saldo
Gemeenten mogen een gemaximeerd aandeel hebben in het totale EMU-tekort van de Nederlandse overheid. In 2016 is afgesproken om voor de komende jaren de EMU-tekortruimte niet nader te verdelen over gemeentes, provincies en waterschappen. Hierdoor zijn er geen individuele referentieswaardes; een doorvertaling van de norm naar afzonderlijke gemeenten. Het EMU-saldo is voor bijna alle jaren negatief. De oorzaak van het negatieve EMU-saldo komt voornamelijk door nieuwe/hogere investeringen. Dit vertaalt zich dan ook in een oplopende schuldpositie. Onze financiële maatregelen zijn erop gericht om de schuldpositie en het uitgavenpatroon vanaf 2025 te doen dalen, zodat de financiële positie verder versterkt kan worden. Het negatieve EMU-saldo heeft verder geen nadelige/beperkende gevolgen voor de begroting.