Overzicht lokale heffingen

De drie belangrijkste lokale heffingen zijn de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolbelasting. Onderstaand wordt ingegaan op de achtergronden en uitgangspunten 2024 voor deze heffingen. Daarnaast wordt kort stilgestaan bij de achtergronden en uitgangspunten van de overige belastingen, heffingen en rechten.

Baten
In de komende jaren worden de volgende baten uit lokale heffingen geraamd:

Heffingssoort (bedragen x € 1.000)

2023

2024

2025

2026

2027

Algemene dekkingsmiddelen:

Onroerende-zaakbelasting (OZB)

10.451

11.054

11.054

11.054

11.054

Roerende-zaakbelasting (RZB)

16

16

16

16

16

Toeristenbelasting

0

175

300

300

300

Parkeerbelastingen

1.744

1.973

1.973

1.973

1.973

Precariobelasting

159

150

150

150

150

Subtotaal algemene dekkingsmiddelen

12.371

13.368

13.493

13.493

13.493

Gebonden heffingen:

Afvalstoffenheffing

5.889

5.934

5.934

5.934

5.934

Rioolbelasting

3.849

3.906

3.906

3.906

3.906

Leges

1.598

1.746

1.780

1.845

1.845

Begraafrechten

458

517

517

517

517

Marktgelden

44

25

25

25

25

Subtotaal gebonden heffingen

11.838

12.128

12.162

12.226

12.226

Totaal geraamde inkomsten lokale heffingen

24.208

25.496

25.655

25.719

25.719

Algemene dekkingsmiddelen

Deze opbrengsten mogen vrij worden besteed. Er gelden geen wettelijke beperkingen voor de mate waarin de tarieven mogen worden verhoogd. Per opbrengstsoort volgt een toelichting op de ontwikkelingen in 2024.

Onroerendezaakbelasting
De OZB is de gemeentelijke belasting met de hoogste opbrengst. De OZB-tarieven worden uitgedrukt in een vast percentage van de economische waarde van de onroerende zaken. Als onderdeel van de uitgangspunten van de Perspectiefnota 2024-2027 zijn de OZB-opbrengsten met 5,75% verhoogd. De waarde wordt getaxeerd conform de WOZ en wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. De taxaties zijn gebaseerd op het marktniveau op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar. Voor 2024 wordt voor de woningen rekening gehouden met een gemiddelde waardestijging van 3,7%. Voor de niet-woningen met 5%.

Het OZB-tarief wordt bepaald door de begrote OZB-opbrengst te delen door de verwachte WOZ-waarde. Vanwege een lagere WOZ-waarde is het OZB-tarief 2023 te laag vastgesteld. Daarom wordt de begrote OZB-opbrengst 2023 niet gerealiseerd. In de Perspectiefnota 2024 wordt hierdoor uitgegaan van een te laag OZB-tarief. De opbrengst 2024 moet nu gerealiseerd worden door een lagere WOZ-waarde dan waarvan eerder is uitgegaan. Dit leidt tot een hogere procentuele tariefstijging 2024 om de begrote OZB-opbrengst 2024 te kunnen realiseren.

In de paragraaf lokale heffingen is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van de lokale lastendruk. Voor de doorgerekende woningen en huishoudens komt de stijging van de lokale lastendruk in 2024 uit tussen de 2 en 4%. Deze stijging is beperkt gelet op de hogere loon- en prijsstijgingen waarmee de gemeente te maken heeft en die voor de inwoners in hun dagelijks leven ook gelden.

In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van het heffingsareaal 2024 met de bijbehorende tarieven weergeven.

Heffingsareaal

(x € 1mln)

Tarief 2023

Tarief 2024

Opbrengst (x € 1.000)

Woningen

- Eigenaar

5.635

0,08646%

0,09432%

5.315

Niet woningen

- Eigenaar

989

0,3343%

0,3364%

3.327

- Gebruiker

888

0,2691%

0,2711%

2.409

Roerendezaakbelasting
De RZB is qua heffing te vergelijken met de OZB, met dit verschil dat de RZB wordt geheven voor roerende woon- en verblijfsruimten. De tarieven zijn wettelijk gekoppeld aan de OZB-tarieven. Het heffingsareaal van de RZB is beperkt van omvang en omvat alleen de woonarken.

Parkeeropbrengsten
De gemeente heft parkeerbelasting voor het parkeren van een voertuig op een aangewezen plaats en tijdstip of voor verleende parkeervergunningen. Met de heffing van parkeerbelasting worden algemene inkomsten verkregen. Daarnaast heeft de gemeente parkeergarages waar ook tegen betaling kan worden geparkeerd. De parkeertarieven zijn met 15% verhoogd in plaats van 10%. De tarieven waren een aantal jaren niet verhoogd. 15% verhoging zorgt ervoor dat de tarieven beter in lijn liggen met die in de regio. Dit betekent voor het parkeren in de parkeergarages een verhoging van € 0,06 per uur.

Precariobelasting
De gemeente heft precariobelasting voor het hebben van voorwerpen op, onder of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Voor reclameuitingen en uitstallingen bij winkels wordt momenteel geen precario geheven.

Toeristenbelasting
In de Perspectiefnota 2024 is opgenomen dat wij onderzoeken of er toeristenbelasting kan worden ingevoerd en dat we deze invoeren als de opbrengsten hoger zijn dan de kosten. Dat blijkt zo te zijn. Dit jaar gaan we met de hoteliers om tafel, zodat de toeristenbelasting per 1 juni 2024 kan worden ingevoerd. Dit in overeenstemming met de plannen in het coalitieakkoord en collegeprogramma. Gorinchem is een van de 35 gemeenten in Nederland waar nog geen toeristenbelasting wordt geheven. We voeren toeristenbelasting in om bezoekers mee te laten betalen aan onze voorzieningen. Aan de raad zal in 2024 de verordening ter vaststelling van de toeristenbelasting worden aangeboden. In de begroting is een aanname gedaan ten aanzien van de geraamde opbrengsten á € 125.000 in 2024 en € 250.000 per jaar vanaf 2025.

Gebonden heffingen

De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient ter dekking van de kosten die de gemeente voor deze dienstverlening maakt.

Per heffingssoort wordt de opbouw van de lasten weergegeven, waarbij we een onderscheid maken in de volgende twee categorieën:

  • Directe lasten op basis van de taakvelden (alle direct toe te rekenen lasten, exclusief overhead);
  • Indirecte lasten bestaan uit overhead .

Voor het bepalen van het dekkingspercentage worden de lasten inzake overhead en BTW toegerekend. Dit zijn de indirecte lasten. De overhead wordt toegerekend op basis van een overheadtarief en het aantal begrote uren per heffing.

Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing is een heffing ter dekking van kosten van beheer van huishoudelijke afvalstoffen. De heffing komt ten laste van gebruikers van percelen waarvoor de gemeente een inzamelverplichting voor huishoudelijk afval heeft. De heffing is afhankelijk van de omvang van het huishouden. Hierbij hanteren we twee tarieven, namelijk voor een- en meerpersoonshuishoudens. Bij éénpersoonshuishoudens wordt een korting verleend van 20% op het meerpersoonstarief. Het gemeentelijke uitgangspunt is dat de tarieven 100% kostendekkend zijn. Met ingang van 1-1-2024 wordt Diftar ingevoerd. Zie voor de tarieven de toelichting bij lokale lastendruk.

Geen beschrijving aanwezig

Opbouw tarieven
De begrote kwijtschelding van de afvalstoffenheffing is opgenomen onder taakveld 63. De lasten daarvan worden meegenomen in de berekening van de kostendekkendheid. De overige lasten betreffen perceptiekosten voor de diverse belastingen. Hiervan wordt 15% toegerekend aan de afvalstoffenheffing. Dit percentage is bepaald op basis van ervaringscijfers. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de kostendekkendheid van het tarief.

Omschrijving

Bedragen (x € 1.000)

Lasten taakvelden

5.802

Inkomsten taakvelden, exclusief heffingen

-

Netto lasten taakvelden

5.802

Toe te rekenen lasten (overhead en BTW)

137

Totale lasten

5.939

Opbrengst heffingen

5.934

Dekkingspercentage

100%

Rioolbelasting
Op grond van de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken hebben de gemeenten de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Om deze zorgplicht te bekostigen kan de gemeente op grond van artikel 228a van de Gemeentewet rioolbelasting heffen. Evenals bij de afvalstoffenheffing wordt bij woningen een onderscheid gemaakt tussen één- en meerpersoonshuishoudens. Bedrijven betalen per 150 m3 waterverbruik een vast tarief dat gelijk is aan het meerpersoonstarief. Uitgangspunt voor de vaststelling van de tarieven is 100% kostendekkendheid. Tot de kosten die gedekt worden uit de rioolbelasting worden naast de kosten voor rioolbeheer en onderhoud ook 50% van de kosten van straatreiniging en 20% van de kosten van waterbeheersing gerekend. Er is voor gekozen om de tarieven van de rioolbelasting over een periode van 25 jaar te bezien omdat dit een realistischer beeld geeft van de tarief ontwikkelingen. In deze systematiek wordt de egalisatievoorziening ingezet om de kostenschommelingen te vereffenen die zich gedurende deze periode kunnen voordoen. De toekomstige financiële effecten zijn opgenomen in het vastgestelde gemeentelijk rioleringsplan 2021 - 2025. Voor wat betreft de ontwikkeling van de rioolheffing is hierbij gekozen voor een variant waarin de tarieven de komende jaren licht kunnen dalen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de egalisatievoorziening.

Geen beschrijving aanwezig

Opbouw tarieven
De begrote kwijtschelding rioolbelasting is opgenomen onder taakveld 63. De lasten daarvan worden meegenomen in de berekening van de kostendekkendheid. Van de perceptiekosten (taakveld 0.64) voor de diverse belastingen wordt 15% toegerekend aan de rioolbelasting. Dit percentage is bepaald op basis van ervaringscijfers. De lasten van straatvegen worden voor 50% meegenomen in het tarief. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de kostendekkendheid van het tarief.

Omschrijving

Bedragen (x €1.000)

Lasten taakvelden

3.486

Inkomsten taakvelden, exclusief heffingen

-

Netto lasten taakvelden

3.486

Toe te rekenen lasten (overhead en BTW)

420

Totale lasten

3.906

Opbrengst heffingen

3.906

Dekkingspercentage

100%

Leges
Leges betreffen het recht op grond van het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Het betreft dan bijvoorbeeld het behandelen van verzoeken om verlening van een vergunning en het verstrekken van een paspoort of rijbewijs. Sommige legestarieven, zoals die van paspoorten en rijbewijzen, zijn gebonden aan wettelijke maxima en kunnen dus alleen worden verhoogd in de mate waarin het Rijk het toestaat. De tarieven voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap zijn in de verordening aangepast om de tarieven in lijn te brengen met de regio. Dit geeft een meeropbrengst van € 17.000 per jaar vanaf 2024. Daarnaast zijn de tarieven voor evenementen en het tarief voor een exploitatievergunning aangepast om deze beter in lijn te brengen met kosten. Wij gaan de komende jaren de tarieven aanpassen wat op termijn zal leiden tot € 10.000 meeropbrengsten per jaar. Per 1-1-2024 treedt de omgevingswet in werking. Wij gaan beleidsneutraal over waarbij om de kostendekkendheid te verbeteren de tarieven met 10% zijn verhoogd. Deze verhoging is nodig omdat door de invoering van de omgevingswet een deel van de werkzaamheden niet meer legesplichtig is. Per saldo leidt deze verhoging niet tot hogere opbrengsten dan in 2023 begroot.

In de onderstaande tabel zijn de omvang en het dekkingspercentage van de onderdelen weergegeven.

Omschrijving

Bedragen (x € 1.000)

Omgevingsvergunningen

Publiekszaken

Overige leges

Totaal leges

Lasten taakvelden

1.067

1.364

23

2.454

Toe te rekenen lasten (overhead)

576

668

0

1.244

Totale lasten

1.643

2.032

23

3.698

Opbrengst heffingen

1.063

642

23

1.728

Dekkingspercentage

47%

Lijkbezorgingsrechten
Onderzoeksbureau Senze heeft in 2020 een onderzoek uitgevoerd naar de kostendekkendheid van de gemeentelijke heffingen en rechten. Om kostendekkendheid op termijn te bereiken zijn de tarieven conform de PPN 2022 met 10% verhoogd in 2022 en 2023. Het vergt enige tijd voordat deze verhogingen doorwerken als gevolg van het afkopen van rechten voor bepaalde tijd. Uitgangspunt blijft het streven naar kostendekkendheid.

Omschrijving

Bedragen (x € 1.000)

Lasten taakvelden

463

Toe te rekenen lasten (overhead)

195

Totale lasten

658

Opbrengst heffingen

517

Dekkingspercentage

79%

Marktgelden

Omschrijving

Bedragen (x € 1.000)

Lasten taakvelden

28

Toe te rekenen lasten (overhead)

15

Totale lasten

43

Opbrengst heffingen

25

Dekkingspercentage

58%