Grondslagen begroting en meerjarenraming
De begroting 2023 inclusief de meerjarenraming 2024-2026 is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het BBV hiervoor aan de gemeente stelt. Dit houdt onder andere in dat:
1. Voor de begroting en de meerjarenraming een stelsel van baten en lasten wordt gehanteerd;
2. De baten en lasten worden geraamd tot hun bruto bedrag;
3. De begroting en de meerjarenraming, volgens normen die voor gemeenten als aanvaardbaar worden beschouwd, een zodanig inzicht geeft dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie en over de baten en lasten.
4. De begroting en de meerjarenraming duidelijk en stelselmatig de omvang van alle geraamde baten en lasten, alsmede het saldo ervan, weergeven.
In dit hoofdstuk worden de grondslagen waarop de begroting is gebaseerd nader toegelicht, wordt een toelichting gegeven op totale lasten en baten en daarbij in hoeverre deze incidenteel of structureel van aard zijn en tot slot een verschillenanalyse op hoofdlijnen gegeven van de verschillen tussen de cijfers van 2023 en de begroting 2022 na wijziging (tot en met augustus 2022).
De grondslagen voor de begroting
In de perspectiefnota 2023-2026 zijn de volgende uitgangspunten door de raad vastgesteld:
1. CAO-loonstijging: CAO aanhouden, vooralsnog wordt gerekend met een stijging van de loonkosten van 3,6%;
2. Prijsstijging: 3,0% conform raming CPB;
3. Ten aanzien van gesubsidieerde instellingen een stijging van 3,3 % aanhouden;
4. Voor de tarieven voor onroerende en roerende zaakbelasting, leges (voor zover niet aan een maximum gebonden), hondenbelasting, begraafrechten en markt- en kadegelden geldt het gemiddeld
indexcijfer 3,0%; Met de afschaffing van de hondenbelasting komt deze tariefsaanpassing dus te vervallen.
5. Voor de tarieven voor leges (dienstverlening) ten aanzien van:
- drank en horeca worden in 2023 alleen trendmatig verhoogd net als alle andere tarieven.
- evenementenvergunning: het tarief structureel bepalen op 15% (= € 490) van de kostprijs bij evenementen met een commercieel karakter;
-evenementenvergunning met een maatschappelijk karakter: geen kosten in rekening brengen.
6. Tarieven rioolbelasting, afvalstoffenheffing: tariefsontwikkeling op basis van kostendekkendheid;
7. Tarieven voor parkeren: voor 2023 niet uitgaan van tariefstijgingen;
8. Tarieven Veerdienst en Lingehaven: stapsgewijs tariefswijzigingen Riveer;
9. Ten aanzien van het tarief naheffingsaanslag parkeerbelasting het wettelijk maximumtarief aanhouden;
10. Huren woningen: uitgaan van de mogelijkheden en richtlijnen uit de circulaire Huurprijsbeleid 1 januari 2022 t/m 30 juni 2023 van het min. BZK (circulaire d.d. 24-02-2022);
11. Huren niet-woningen: de bepalingen terzake uit de gesloten huurovereenkomsten volgen (wat in de regel
neerkomt op een tariefsontwikkeling op basis van de CPI-index alle huishoudens);
12. De rekenrente is bepaald op 1,2%;
13. De rente voor de grondexploitatie is bepaald op 0,91%;
14. De targetrente is bepaald op 0,66%;
15. Raming aantal inwoners per 1 januari 2023: 38.309;
16. Raming aantal woonruimten per 1 januari 2022: 17.723.