Beschikbare weerstandscapaciteit
In onderstaande tabel is weergegeven hoe de beschikbare weerstandscapaciteit is opgebouwd.
Beschikbare weerstandscapaciteit (bedragen x € 1 miljoen) | Jaarstukken 2021 | Begroting 2023 |
---|---|---|
Algemene reserve | 29,6 | 27,1 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 1,6 | 0,9 |
Post onvoorzien | 0,1 | 0,1 |
Meerjarige begrotingssaldi | 7,5 | 16,0 |
Totale weerstandscapaciteit | 38,8 | 44,0 |
De algemene reserve bedroeg bij de jaarrekening 2021 € 29,6 mln. De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door een vergelijking te maken tussen de Gorinchemse OZB-tarieven en de "artikel-12-tarieven". Dit zijn de tarieven die een gemeente minimaal moet heffen om in aanmerking te komen voor financiële steun vanuit het Rijk (via het gemeentefonds). De onbenutte capaciteit wordt incidenteel meegenomen in de weerstandscapaciteit, omdat deze in de praktijk niet snel wordt ingezet. Ook de post onvoorzien, die ieder jaar in de begroting staat, wordt slechts incidenteel meegenomen in de weerstandscapaciteit. Er zal namelijk in het eerstvolgende jaar weer een nieuwe post voor onvoorziene zaken in de begroting worden opgenomen.
De totale weerstandscapaciteit bedraagt € 44 mln. In deze cijfers zijn de gevolgen van het inzetten van een deel van het begrotingssaldo voor de investeringen (vanuit de PPN 2023-2026, € 4 mln.) meegenomen.