Overzicht lokale heffingen
De drie belangrijkste lokale heffingen zijn de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolbelasting. Hieronder wordt ingegaan op de achtergronden en uitgangspunten voor deze heffingen in 2026. Daarnaast wordt kort ingegaan op de achtergronden en uitgangspunten van de overige belastingen, heffingen en rechten. De verordeningen waarin de tarieven worden vastgelegd, zullen in december aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Baten
In de komende jaren worden de volgende baten uit lokale heffingen geraamd:
Heffingssoort (bedragen x € 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
Algemene dekkingsmiddelen: | |||||
Onroerende zaakbelasting (OZB) | 12.000 | 13.245 | 13.245 | 13.245 | 13.245 |
Roerende zaakbelasting (RZB) | 16 | 16 | 16 | 16 | 16 |
Toeristenbelasting | 337 | 380 | 430 | 430 | 430 |
Parkeerbelastingen | 2.699 | 2.765 | 2.765 | 2.765 | 2.765 |
Precariobelasting | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 |
Subtotaal algemene dekkingsmiddelen | 15.202 | 16.557 | 16.607 | 16.607 | 16.607 |
Gebonden heffingen: | |||||
Afvalstoffenheffing | 6.628 | 6.853 | 6.865 | 6.919 | 6.919 |
Rioolbelasting | 3.962 | 4.025 | 4.025 | 4.025 | 4.025 |
Leges | 1.913 | 2.068 | 2.139 | 2.104 | 1.874 |
Begraafrechten | 517 | 417 | 417 | 417 | 417 |
Marktgelden | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 |
Subtotaal gebonden heffingen | 13.045 | 13.388 | 13.471 | 13.489 | 13.259 |
Totaal geraamde inkomsten lokale heffingen | 28.247 | 29.945 | 30.077 | 30.096 | 29.866 |
Algemene dekkingsmiddelen
Deze opbrengsten mogen vrij worden besteed. Er gelden geen wettelijke beperkingen voor de mate waarin de tarieven mogen worden verhoogd. Per opbrengstsoort volgt een toelichting op de ontwikkelingen in 2026.
Onroerende zaakbelasting
De OZB is de gemeentelijke belasting met de hoogste opbrengst. De OZB-tarieven worden uitgedrukt in een vast percentage van de economische waarde van de onroerende zaken. Overeenkomstig de perspectiefnota 2026-2029 zijn de OZB-opbrengsten met 3,2% verhoogd. De grote afwijking in de OZB-opbrengsten 2025 en 2026 wordt, naast de indexatie van 3,2%, veroorzaakt door de middelen voor het ondernemersfonds, die via een verhoging van de OZB worden geïnd.
De waarde wordt getaxeerd conform de WOZ en elk jaar opnieuw vastgesteld. In onderstaande tabel worden de concepttarieven getoond. Deze tarieven zijn gebaseerd op de begrote opbrengsten en het nu bekende heffingsareaal. Na de nieuwe herwaardering zullen de definitieve tarieven worden berekend en door de raad worden vastgelegd bij de vaststelling van de verordeningen 2026.
Onroerende zaakbelasting | Heffingsareaal (bedragen x € 1.000.000) | Tarief 2025 | Concepttarief 2026 | Opbrengst (bedragen x € 1.000) |
|---|---|---|---|---|
Woningen | ||||
- Eigenaar | 7.257 | 0,0875% | 0,0822% | 5.966 |
Niet woningen | ||||
- Eigenaar | 1.079 | 0,3898% | 0,3893% | 4.202 |
- Gebruiker | 1.069 | 0,2938% | 0,2880% | 3.078 |
Roerende zaakbelasting
De RZB is qua heffing te vergelijken met de OZB, met dit verschil dat de RZB wordt geheven voor roerende woon- en verblijfsruimten. De tarieven zijn wettelijk gekoppeld aan de OZB-tarieven. Het heffingsareaal van de RZB is beperkt van omvang en omvat alleen de woonarken.
Toeristenbelasting
De toeristenbelasting is per 1 juni 2024 ingevoerd om bezoekers mee te laten betalen aan onze voorzieningen. Stapsgewijs wordt het tarief voor de toeristenbelasting verhoogd zodat deze beter is afgestemd op het landelijke gemiddelde. De toeristenbelasting zal overeenkomstig de uitgangspunten van de perspectiefnota 2025-2028 vanaf 2026 tot en met 2027 jaarlijks met 15% worden verhoogd.
Parkeeropbrengsten
De gemeente heft parkeerbelasting voor het parkeren van een voertuig op een aangewezen plaats en tijdstip, of voor verleende parkeervergunningen. Met de heffing van parkeerbelasting worden algemene inkomsten verkregen. Daarnaast heeft de gemeente parkeergarages waar ook tegen betaling kan worden geparkeerd. De parkeertarieven worden overeenkomstig de uitgangspunten van de perspectiefnota 2026-2029 geïndexeerd met 3,2%.
Precariobelasting
De gemeente heft precariobelasting voor het hebben van voorwerpen op, onder of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Voor reclame-uitingen en uitstallingen bij winkels wordt momenteel geen precario geheven.
Gebonden heffingen
De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient ter dekking van de kosten die de gemeente voor deze dienstverlening maakt.
Per heffingssoort wordt de opbouw van de lasten weergegeven, waarbij we een onderscheid maken in de volgende twee categorieën:
- Directe lasten op basis van de taakvelden (alle direct toe te rekenen lasten, exclusief overhead);
- Indirecte lasten bestaande uit overhead en BTW.
Voor het bepalen van het dekkingspercentage worden de lasten inzake overhead en BTW toegerekend. Dit zijn de indirecte lasten. De overhead wordt toegerekend op basis van een overheadtarief en het aantal begrote uren per heffing.
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing is een heffing ter dekking van kosten van beheer van huishoudelijke afvalstoffen. De heffing komt ten laste van gebruikers van percelen waarvoor de gemeente een inzamelverplichting voor huishoudelijk afval heeft. De heffing is afhankelijk van de omvang van het huishouden. Hierbij hanteren we twee tarieven, namelijk voor één- en meerpersoonshuishoudens. Bij éénpersoonshuishoudens wordt een korting verleend van 20% op het meerpersoonstarief. Het gemeentelijke uitgangspunt is dat de tarieven 100% kostendekkend zijn. Ten opzichte van 2025 is het tarief in 2026 gestegen. Dit komt voornamelijk door de verhoging van de bijdrage aan de GR Reinigingsdienst Waardlanden. De verhoogde bijdrage wordt doorberekend in het tarief van de afvalstoffenheffing. Met ingang van 1-1-2024 is Diftar ingevoerd. Zie verdere toelichting bij lokale lastendruk.

Opbouw tarieven
De begrote kwijtschelding afvalstoffenheffing en 15% van de perceptiekosten voor diverse belastingen worden toegerekend aan de afvalstoffenheffing. Het percentage van 15% is bepaald op basis van ervaringscijfers. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de kostendekkendheid van het tarief.
Afvalstoffenheffing | Bedragen x € 1.000 |
|---|---|
Lasten taakvelden | 6.756 |
Inkomsten taakvelden, exclusief heffingen | - |
Netto lasten taakvelden | 6.756 |
Toe te rekenen lasten (overhead en BTW) | 109 |
Totale lasten | 6.865 |
Opbrengst heffingen | 6.865 |
Dekkingspercentage | 100% |
Rioolbelasting
Op grond van de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken hebben de gemeenten de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Om deze zorgplicht te bekostigen kan de gemeente op grond van artikel 228a van de Gemeentewet rioolbelasting heffen. Evenals bij de afvalstoffenheffing wordt bij woningen een onderscheid gemaakt tussen één- en meerpersoonshuishoudens. Bedrijven betalen per 150 m3 waterverbruik een vast tarief dat gelijk is aan het meerpersoonstarief. Uitgangspunt voor de vaststelling van de tarieven is 100% kostendekkendheid. Tot de kosten die uit de rioolbelasting worden gedekt, behoren niet alleen de uitgaven voor rioolbeheer en onderhoud, maar ook 50% van de kosten voor straatreiniging en 20% van de kosten voor waterbeheersing. Er is gekozen om de ontwikkeling van de rioolbelastingtarieven over een periode van 60 jaar te bekijken, omdat dit een realistischer beeld geeft van de verwachte tariefontwikkeling. In deze systematiek wordt de egalisatievoorziening ingezet om de kostenschommelingen te vereffenen die zich gedurende deze periode kunnen voordoen. De toekomstige financiële effecten zijn opgenomen in het vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan 2021 - 2025.
In het najaar van 2025 wordt het nieuwe Omgevingsprogramma Riolering 2026–2030 aan de gemeenteraad voorgelegd. In onderstaande afbeelding is het tarief van scenario 1 uit dit nieuwe programma opgenomen voor 2026. Alle overige gegevens zijn nog gebaseerd op het huidige Gemeentelijk Rioleringsplan 2021–2025.

Opbouw tarieven
De begrote kwijtschelding rioolbelasting en 15% van de perceptiekosten voor diverse belastingen worden toegerekend aan de rioolbelasting. Het percentage van 15% is bepaald op basis van ervaringscijfers. De lasten van straatvegen worden voor 50% meegenomen in het tarief. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de kostendekkendheid van het tarief.
Rioolbelasting | Bedragen x € 1.000 |
|---|---|
Lasten taakvelden | 3.639 |
Inkomsten taakvelden, exclusief heffingen | - |
Netto lasten taakvelden | 3.639 |
Toe te rekenen lasten (overhead en BTW) | 386 |
Totale lasten | 4.025 |
Opbrengst heffingen | 4.025 |
Dekkingspercentage | 100% |
Leges
Leges betreffen het recht op grond van het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Het betreft dan bijvoorbeeld het behandelen van verzoeken om verlening van een vergunning en het verstrekken van een paspoort of rijbewijs. Sommige legestarieven, zoals die van paspoorten en rijbewijzen, zijn gebonden aan wettelijke maxima en kunnen dus alleen worden verhoogd in de mate waarin het Rijk het toestaat. De overige tarieven, voor zover niet aan een maximum gebonden, zullen overeenkomstig de uitgangspunten van de perspectiefnota 2026-2029 worden geïndexeerd met 3,2%.
In de onderstaande tabel zijn de omvang en het dekkingspercentage van de onderdelen weergegeven.
Leges (bedragen x € 1.000) | Omgevingsvergunningen | Publiekszaken | Overige leges | Totaal leges |
|---|---|---|---|---|
Lasten taakvelden | 1.312 | 1.307 | 68 | 2.687 |
Toe te rekenen lasten (overhead) | 699 | 561 | 0 | 1.260 |
Totale lasten | 2.012 | 1.868 | 68 | 3.947 |
Opbrengst heffingen | 1.230 | 769 | 68 | 2.068 |
Dekkingspercentage | 61% | 41% | 100% | 52% |
Lijkbezorgingsrechten
Onderzoeksbureau Senze heeft in 2020 een onderzoek uitgevoerd naar de kostendekkendheid van de gemeentelijke heffingen en rechten. Om kostendekkendheid op termijn te bereiken zijn de tarieven voor de lijkbezorgingsrechten conform de perspectiefnota 2022 met 10% verhoogd in 2022 en 2023. Het vergt enige tijd voordat deze verhogingen doorwerken als gevolg van het afkopen van rechten voor bepaalde tijd. Voor nu zijn daarom de opbrengsten in lijn met de perspectiefnota 2026-2029 bijgesteld. Voor 2026 zullen de tarieven overeenkomstig de uitgangspunten van de perspectiefnota 2026-2029 worden geïndexeerd met 3,2%. Uitgangspunt blijft het streven naar kostendekkendheid.
Lijkbezorgingsrechten | Bedragen x € 1.000 |
|---|---|
Lasten taakvelden | 500 |
Toe te rekenen lasten (overhead) | 195 |
Totale lasten | 694 |
Opbrengst heffingen | 417 |
Dekkingspercentage | 60% |
Marktgelden
Voor 2026 zullen de tarieven overeenkomstig de uitgangspunten van de perspectiefnota 2026-2029 worden geïndexeerd met 3,2%.
Marktgelden | Bedragen x € 1.000 |
|---|---|
Lasten taakvelden | 31 |
Toe te rekenen lasten (overhead) | 16 |
Totale lasten | 46 |
Opbrengst heffingen | 25 |
Dekkingspercentage | 54% |
