Leeswijzer

De begroting bestaat uit een aantal onderdelen: Het programmaplan, de paragrafen, de financiële begroting en de bijlagen.

Programmaplan en taakvelden
Het programmaplan bestaat uit een beleidsmatig en financieel gedeelte. Het beleidsmatige gedeelte volgt de programma-indeling. Binnen deze programma’s is de financiële informatie weergegeven op het niveau van taakvelden, conform de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Het programmaplan bestaat uit negen programma's. Naast de negen programma’s bevat de begroting ook twee aanvullende programma’s. In deze programma’s zijn de algemene dekkingsmiddelen en overheadkosten, vennootschapsbelasting en onvoorziene uitgaven opgenomen.

Indicatoren en streefwaarden
Conform het BBV zijn gemeenten verplicht om in de begroting en jaarstukken ten minste 34 beleidsindicatoren op te nemen. Deze indicatoren zijn via landelijke bronnen voor alle gemeenten beschikbaar en vragen dus niet om een eigen/nieuw registratiesysteem. De gegevens zijn raadpleegbaar via www.waarstaatjegemeente.nl. Per programma worden de verplichte indicatoren in een tabel weergegeven, aangeduid met 'B'. Voor sommige indicatoren zijn op het moment van opstellen (nog) geen actuele gegevens beschikbaar.

Naast deze verplichte indicatoren is er ook een lijst met facultatieve indicatoren. Voor deze indicatoren dient de gemeente zelf de registratie te organiseren. In tegenstelling tot de verplichte indicatoren zijn deze indicatoren wat minder feitelijk en kennen ze een zekere mate van subjectiviteit, zoals gevoelens of waarderingen. Voorbeelden zijn de mate waarin de gemeentelijke dienstverlening wordt gewaardeerd door ondernemers en inwoners en het veiligheidsgevoel van onze inwoners. Per programma worden de facultatieve indicatoren in een tabel weergegeven, aangeduid met 'F'. In enkele programma's zijn nieuwe facultatieve indicatoren opgenomen, gebaseerd op de burgerpeiling en andere bestuurlijke documenten. De burgerpeiling wordt eens per jaar uitgevoerd en vond voor het laatst plaats in 2025.

Per programma worden de indicatoren weergegeven in een tabel, aangeduid met de afkorting 'PI' of 'ME', respectievelijk Prestatie-Indicator of Maatschappelijk Effect.

Aan de indicatoren zijn ook streefwaarden voor 2026 gekoppeld. Voor enkele indicatoren zijn geen streefwaarden opgenomen.

Beleidsbegroting
De beleidsbegroting bestaat per programma uit de zogenaamde ‘3 W-vragen’.

  1. Wat willen we bereiken?
  2. Wat gaan we daarvoor doen?
  3. Wat gaat dit kosten?

Per programma is steeds een overkoepelend doel geformuleerd onder de kop "Wat willen we bereiken". In de afgelopen jaren waren deze acties voor het grootste deel gebaseerd op acties uit het collegeprogramma 2022-2026. Omdat de periode van dit collegeprogramma bijna voorbij is en veel acties zijn uitgevoerd, zijn de acties in deze begroting verder geactualiseerd. Hierbij is ook gebruik gemaakt van de bijstellingen van de Turap, zowel wat betreft inhoud als voor de planning van acties.

Voor de weergave van de planning van acties, maken we gebruik van het onderstaande kleurenmodel:

  • Periode voorbereiding besluitvorming (Paars)
  • Periode plaatsvinden besluitvorming (Lichtblauw)
  • Periode actie na besluitvorming of actie zonder besluitvorming (Geel)

Onder het kopje "Wat gaat dit kosten" worden de baten en lasten per programma gepresenteerd. Afwijkingen boven de € 100.000, ten opzichte van de primitieve begroting 2025, worden per taakveld nader toegelicht. De specifiek aan het programma gerelateerde investeringen worden hier eveneens gepresenteerd. Bijzondere en grote investeringen boven de € 500.000 worden nader toegelicht. In elk programma zijn de verbonden partijen opgenomen die bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen van dat programma.

Paragrafen
Na het programmaplan volgen de paragrafen. Deze geven een dwarsdoorsnede van de begroting, bezien vanuit een bepaald beleidsterrein. Het gaat vooral om beheersmatige aspecten die grote (financiële) gevolgen hebben gehad en/of van belang zijn geweest voor het realiseren van de programma's.

Financiële begroting
De financiële begroting gaat in op de grondslagen voor de begroting, zoals die bij de perspectiefnota 2026-2029 zijn bekrachtigd. Daarnaast biedt de financiële begroting o.a. een totaaloverzicht van de baten en lasten, het structurele begrotingsevenwicht, verschillenoverzicht met toelichting en de uiteenzetting van de financiële positie.

Bijlagen
Tot slot zijn in de bijlagen de meerjarige overzichten van de reserves en voorzieningen, investeringsoverzicht en een overzicht van de beleidskade opgenomen. Ook is een lijst met gehanteerde afkortingen toegevoegd.